Fred Anderson speelt op deze CD voor het laatst in zijn eigen Velvet Lounge café in Chicago, dat vorig jaar werd gesloten om plaats te maken voor een nieuw appartementenblok. Ondanks zijn relatief frequente uitgave van nieuwe CD's, moest Fred Anderson zijn café openhouden om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. De tol van vele freejazz musici (sommigen verdienen zelfs meer geld als straatmuzikant!). Maar Fred zou Fred niet zijn, mocht hij niet terugvechten. Op 77-jarige leeftijd heeft hij de nieuwe Velvet Lounge geopend enkele straten verder. Een belangrijk event, want voor de hele Chicago freejazz scene was zijn café de place-to-be.
Maar dan de muziek. Anderson is een muzikale perfectionist, die blijft zoeken en oefenen om zijn instrument te kunnen beheersen. Zelfs vandaag nog wordt gezegd dat hij dagelijks uren oefent. Hamid Drake (drums) en Harrisson Bankhead (bas) vervolledigen het trio van topmuzikanten. Vier songs, tussen de 13 en 25 minuten : dat is telkens lang, en mochten deze heren niet zo goed zijn, we zouden geeuwend in slaap vallen. Maar wat ze brengen is verbluffend : zeer intens samenspel, en hoe ze na lange individuele solo's, tempowisselingen, plots samen het ritme herverdelen of gelijkmatig opnieuw het basisthema brengen, is sterk. De drie spelers voelen elkaar perfect aan en luisteren intens. Anderson is geen schreeuwer of hardblazer, hij heeft een zeer warme en doorleefde toon, zijn solo's zijn uitermate ritmisch en zoekend, en dat maakt voor mij al de helft van de lol uit. Hamid Drake is zijn meesterlijke zelf : ik ken weinig drummers die hun ritmes zo sterk beheersen en dan nog roffels, tikken, tussenslagen geven dat het een plezier is. Zijn speelgenot druipt eraf. Bankhead is rock-solid, houdt de basis erin, maar kan ook volgen en zelf zeer gevoelige stukken aangeven. Knap hoe hij tijdens zijn solo in "Ode To Tip" zich door Drake laat leiden en toch zijn ding doet. Los van de melodieën en ritmes, zijn het vooral die kleine details van het samenspel die dit tot een meesterlijke performance maken. De Amerikanen noemen dit "ear candy", "oorsnoepjes" zo je wil. Op "By Many Names", begint Drake op framedrums, samen met Bankhead die een repetitief motiefje speelt, en dan valt Anderson in, emotioneel, ingetogen, met een Afrikaans aandoende melodie, en jawel, na een tijdje begint Drake te zingen in zijn - intussen gekende - mengeling van Engels en een (fictief?) Afrikaanse taal (zie "Back Together Again" van Anderson en Drake, ook met film bij). De apotheose komt in het 25 minuten durende Timeless, een ritmisch sterk nummer met de mooie en ritmische saxlijnen van Anderson er bovenop. Het is fantastisch om te horen hoe de drie elkaar ideeën geven, opjagen, van richting doen veranderen, tempo's veranderen, ritmes veranderen (bop, funk, afro, ...), zonder de focus van de song te verliezen. Het nummer valt stil in het midden voor percussie en windbuis (!), om dan weer met meditatief/contemplatieve bas en sax op gang te komen. Bankhead brengt de schwung er weer in door een intenser triootje staccato tegen elkaar op, om dan weer in volle intensiteit het basisthema op te nemen. En het publiek reageert terecht enthousiast en ontroerd als Anderson het einde van zijn Velvet Lounge aankondigt. Als je vermogen groter is dan 20 euro, ren dan naar de winkel!
Maar dan de muziek. Anderson is een muzikale perfectionist, die blijft zoeken en oefenen om zijn instrument te kunnen beheersen. Zelfs vandaag nog wordt gezegd dat hij dagelijks uren oefent. Hamid Drake (drums) en Harrisson Bankhead (bas) vervolledigen het trio van topmuzikanten. Vier songs, tussen de 13 en 25 minuten : dat is telkens lang, en mochten deze heren niet zo goed zijn, we zouden geeuwend in slaap vallen. Maar wat ze brengen is verbluffend : zeer intens samenspel, en hoe ze na lange individuele solo's, tempowisselingen, plots samen het ritme herverdelen of gelijkmatig opnieuw het basisthema brengen, is sterk. De drie spelers voelen elkaar perfect aan en luisteren intens. Anderson is geen schreeuwer of hardblazer, hij heeft een zeer warme en doorleefde toon, zijn solo's zijn uitermate ritmisch en zoekend, en dat maakt voor mij al de helft van de lol uit. Hamid Drake is zijn meesterlijke zelf : ik ken weinig drummers die hun ritmes zo sterk beheersen en dan nog roffels, tikken, tussenslagen geven dat het een plezier is. Zijn speelgenot druipt eraf. Bankhead is rock-solid, houdt de basis erin, maar kan ook volgen en zelf zeer gevoelige stukken aangeven. Knap hoe hij tijdens zijn solo in "Ode To Tip" zich door Drake laat leiden en toch zijn ding doet. Los van de melodieën en ritmes, zijn het vooral die kleine details van het samenspel die dit tot een meesterlijke performance maken. De Amerikanen noemen dit "ear candy", "oorsnoepjes" zo je wil. Op "By Many Names", begint Drake op framedrums, samen met Bankhead die een repetitief motiefje speelt, en dan valt Anderson in, emotioneel, ingetogen, met een Afrikaans aandoende melodie, en jawel, na een tijdje begint Drake te zingen in zijn - intussen gekende - mengeling van Engels en een (fictief?) Afrikaanse taal (zie "Back Together Again" van Anderson en Drake, ook met film bij). De apotheose komt in het 25 minuten durende Timeless, een ritmisch sterk nummer met de mooie en ritmische saxlijnen van Anderson er bovenop. Het is fantastisch om te horen hoe de drie elkaar ideeën geven, opjagen, van richting doen veranderen, tempo's veranderen, ritmes veranderen (bop, funk, afro, ...), zonder de focus van de song te verliezen. Het nummer valt stil in het midden voor percussie en windbuis (!), om dan weer met meditatief/contemplatieve bas en sax op gang te komen. Bankhead brengt de schwung er weer in door een intenser triootje staccato tegen elkaar op, om dan weer in volle intensiteit het basisthema op te nemen. En het publiek reageert terecht enthousiast en ontroerd als Anderson het einde van zijn Velvet Lounge aankondigt. Als je vermogen groter is dan 20 euro, ren dan naar de winkel!
Van deze CD bestaat ook een DVD. Die heb ik jammer genoeg nog niet op de kop kunnen tikken.
No comments:
Post a Comment