Tuesday, July 31, 2007

Chris Kelsey - The Crookedest Straight Line, Vol.1 (CIMP, 2007) ***½


Het lijkt weer "in" te geraken om inside-out te gaan spelen, startend met strakke thema's die verwijzen naar de roots van de jazz, om vanuit die uitvalsbasis op vrije verkenning te gaan. Sopraansaxofonist Chris Kelsey gebruikt ook deze benadering voor zijn prima kwartet, dat verder nog bestaat uit John Carlson op trompet en bugel, François Grillot op bas en Jay Rosen op drums. Het eerste nummer "Post Modern Time" is een heerlijk stukje freebop, met walking bass en vol energie, en wordt gevolgd door het prachtige "Poor Relations", een zeer abstract, trager stuk, dat van bij het begin zeer vrij evolueert, met afwisselende solo's van de blazers om dan redelijk onverwacht met een unisono thema te eindigen. En dat unisono spel gaat verder in het derde nummer, qua kleur vergelijkbaar, met een relatief complex uitgesponnen thema en dito ritme, dat de basis legt voor knappe solo's van zowel de sax als de trompet. "Fangle" begint opnieuw boppish, met plotse tempo en ritmewisselingen in het thema, op z'n Ornette Colemans, en dan scheurt John Carlson er vandoor op trompet, een plezier om te horen, met Rosen die we zelden zo traditioneel ritmisch horen spelen, hard, intens en raak ondersteunend, om dan de ruimte te laten voor een even verschroeiend solo van Kelsey, terwijl de ritmesectie maar verder blijft hameren. En dan begint Carlson plots boven al deze intensiteit traag en zacht, bijna romantisch te soleren, en brengt deze helse machine tot rust, wat traag geroffel van Rosen en opnieuw het beginthema. En dat is het leuke aan deze band : de vier muzikanten vullen elkaar perfect aan, ze spelen in dienst van de ander, de solo's zijn gefocust, en ze slagen erin om een gezamenlijke muzikale kleur te geven. Ook het prachtige "Ask I Won't Tell" begint met gestructureerde aanpak, een licht dansende melodie met de de trompet die het thema van de sax echoot, de weg vrijmakend voor een lang en krachtig solo van Kelsey. Beide blazers mogen er zijn en Kelsey's keuze om Carlson bij zijn band te vragen verbaast niet, want beiden beschikken over een warme toon, een melodische en gestructureerde aanpak die ze combineren met een creatieve en abstracte toonzetting. Dit nummer toont dit prachtig aan. Zoals Kelsey het zelf zegt, is dit waarschijnlijk zijn meest toegankelijk album, "Maybe, although it's a wildly relative judgment. Kenny G (or even Branford Marsalis) this ain't. It simply is what it is. I dig it, and hope you do, as well." Dat doen we zeker.

For the English version, click HERE

Monday, July 30, 2007

Contet/Chevillon/Corneloup - Nu (In Circum Girum, 2006) ***


Pascal Contet speelt accordeon, Bruno Chevillon bas en François Corneloup bariton sax. En samen geven ze een nieuwe definitie aan muziek met dit album. De titel "Nu" wijst zowel op het Engelse "new", maar eerder naar het Franse woord voor "naakt", en dat willen de drie hier duidelijk doen. "Minder is meer" is het basisprincipe en stelselmatig poogt het trio tot de essentie door te dringen : het zoeken naar de juiste klanken, en hoe je daar een lege ruimte meer kan opvullen, maar dan liefst zo zuinig, zo voorzichtig en zo respectvol mogelijk. Er staan werkelijk prachtige dingen op deze CD, zoals de schreiende sax van Corneloup op het beginnummer, of de zachte bastoets van Chevillon op het tweede, de iele lang aangehouden klanken uit de accordeon. Deze muziek is zo broos dat je er amper durft naar luisteren uit vrees ze te beschadigen. Maar jammer genoeg houden ze deze creativiteit niet aan om van elk nummer iets sterks te maken. De lege ruimte wordt te groot en hun benadering muzikaal te beperkt, of ze moeten zoveel ongewone invalshoeken vinden om er iets van te maken, dat het bij momenten nogal gezocht overkomt, of gewoon té leeg. Jammer, want er staan werkelijk heel sterke stukken op, zoals het voorlaatste nummer "Elle était la", waar Corneloup net zoals in het begin prachtig huilende klanken uit zijn instrument haalt, perfect ondersteund door de warme bas van Chevillon en de hypnotische accordeon.

For the English version, click HERE

Lucien Dubuis - Tovorak (Tovorak Records, 2005) ****


Dit sax trio geleid door de Zwitserse rietblazer Lucien Dubuis funkt en rockt van begin tot eind, zonder stoppen, zonder pauseren, spelend alsof hun leven ervan af hangt. De muziek is zeer beïnvloed door rock, en is bij momenten te vergelijken met de beste stukken van The Happy Apple of het Belgische Slang. Dubuis speelt werkelijk zeer goed, en doet bij momenten denken aan Ken Vandermark, en dat is een groot compliment. Hij is één van de top jonge saxofonisten in Europa, en speelde onder andere bij het European Young Jazz Orchestra, en voor dit trio wordt hij begeleid door Roman Nowka op bas en gitaar, en Lionel Friedl op drums, voorwerpen en dans (?). De nummers zijn kort, 14 voor de ganse CD, maar deze compactheid is natuurlijk een deel van de sterkte ervan. Ja, er wordt gesolo'd op dit album, en de solo's zijn sterk, maar de echte kracht gaat uit van de ritmes en de volgehouden energie die dit trio uitstraalt. Ze omschrijven zichzelf als "Imagine a chromosomic mingling of a touch of John Coltrane genes and the DNA of the Beastie Boys: the Crossover Jazz Trio just enjoys playing the jazz stuff, just as Madonna would enjoy sex after a year in jail, with lust !"

Dat is duidelijk, en het is ook een redelijk correcte omschrijving van hun muziek. Maar waar de CD over gaat, blijft een mysterie, ondanks (of door?) de verklaring die wordt gegeven : "Tovorak, the monster with spines, learned the fabulous techniques of the Sumo for many years and is now back to save the world. But can he resist the indecent and hysterical offers of Samantha, Britney, Lorie, Kent and Falbala ? Will he be able to transcend his own weakness and see his quest of a phantasmagorical paradise through?"

Wat de verklaring ook mag zijn, doet er weinig toe, dit is prima muziek, die enkele nieuwe invalshoeken biedt voor freejazz, en zeker fun van begin tot eind. De moeite van het zoeken waard!

Luister naar enkele sound samples :

Non Pas
'veux pas dormir
HPC1erE
Dear Mr. Crunch


For the English version, click HERE

Friday, July 27, 2007

Nagl/Bernstein/Akchoté/Jones - Big Four Live (HatHut, 2007) ****

Na het succes (relatief dan) van hun eerste studio-album "Big Four", is deze "Big Four Live" een welkome aanvulling. De band bestaat uit een op het eerste zicht wat vreemde verzameling muzikanten : Max Nagl op sax, Steven Bernstein op trompet, Noël Akchoté op gitaar en Bradley Jones op bas. Nagl is Oostenrijker, en vooral gekend van zijn meer avant-garde initiatieven, net zoals de Franse gitarist. Bernstein is een goede mainstream trompettist, maar vooral een knap arrangeur en breder gekend van zijn Diaspora CDs op het Tzadik label. Brad Jones is een Amerikaan die bas speelt bij de bands van Don Byron, Marc Ribot, Elvis Costello, Sheryl Crow en anderen. En het klikt perfect tussen deze vier heren omdat ze door hun technisch kunnen ongeveer alle jazz-genres en subgenres aankunnen en dat hier tentoonspreiden met veel tongue-in-cheek en spelplezier. De hele jazz-geschiedenis wordt er doorgehaald, van traditionele 12-bar blues, over New Orleans swing, bop, hardbop, maar dan telkens gebracht door een intimistisch free-jazz kamerensemble, dat bij momenten swingt als de pest. Elk nummer begint altijd met strak voorbereid samenspel, kwestie van de lijnen uit te zetten, en dat op zich is al leuk, want de melodieën en de perfecte uitvoering zijn al een plezier om te horen, maar het wordt natuurlijk nog leuker als ze met de thema's gaan spelen, die vervormen, naar elkaar toegooien en teruggekaatst krijgen. Dat het leeuwendeel van de nummers uit Bernsteins pen komen, hoeft niet te verrassen, hij heeft zonder enige twijfel de diepste kennis van de jazz-geschiedenis, maar dat hij als trompettist deze vrijheid en bijwijlen zelfs avant-gardistisch spel aan zou kunnen, verrast me. Maar het omgekeerde kan ook worden gezegd van Nagl en Akchoté : hun kennis van het klassiek idioom en het vlot gemak en plezier waarmee ze de meer mainstream stukken aanpakken is echt leuk om horen. En dat vindt het publiek ook, dat gepast enthousiast juicht en klapt, en misschien nog het hardst na het lange, aanstekelijke "New Viper Dance", waarin Jones de kans krijgt om zijn basgevoeligheid te tonen tijdens een lang solo. De "Teahouse Tango" begint met wat avant gitaargekraak van Akchoté, dat door de andere drie na een tijdje met unisono stoten tot ritme gebracht wordt, maar ergens onbegrensd blijft hangen. "Big Four" is misschien nog het mooiste nummer, moderner qua melodie, meer free, het gevoeligst, met prachtige door elkaar slingerende solo's van de blazers, terwijl Jones ritmisch ondersteunt, vol afwisseling. "Muddy" evolueert van een jazzy tune naar een Muddy Waters ode, met Akchoté die een mooie solo op de traditionele pentatonische blues toonladder speelt, tof, leuk, knap, en de ondersteuning van bas en blazers is simpel maar doeltreffend. Kortom, het vakmanschap, het samenspel, de veranderingen in tempo en ritme, het terugkaatsen van de thema's, het spelplezier, de call-and-response, het citeren uit de jazz-geschiedenis : dit is allemaal snoep voor de oren, een album om van te genieten.

For the English version, click HERE

Thursday, July 26, 2007

Wadada Leo Smith & Günter Sommers - Wisdom In Time (Intakt, 2007) *****


Op "Wisdom In Time", gaan Wadada Leo Smith (trompet, bugel) en Günter "Baby" Sommer (drums, percussie) terug naar hun samenwerking van tien jaar geleden, maar nu dan zonder de bas van wijlen Peter Kowald. Deze CD ligt muzikaal dan ook meer in het verlengde van "Compassion" van Smith van vorig jaar, en de duo setting schijnt hem te passen als gegoten, en hij, of eerder zij, duiken in de zuiver emotionele en spirituele kracht van pure klank, met melodie en ritme die vooral een latente aanwezigheid hebben ten gunste van patroonloze helderheid en intense interactie. Deze voorzichtige en aandachtige, bijna attentievolle en respectvolle behandeling van klank door Wadada Leo Smith is natuurlijk niets nieuws voor hem, maar ik heb de indruk dat hij die tot nog hogere niveaus van perfectie tilt, nog abstracter en toch toegankelijker, een combinatie die moeilijk in woorden te vatten is. Sommer speelt uitstekend van begin tot eind en hij plaatst niet enkel accenten hier en daar, hij reageert en jaagt Smith vooruit bij momenten, door een bijna tribale klankkleur toe te voegen, vooral dan op "Woodland Trails To The Giants" en "Old Times Roll", en dit in tegenstelling tot de zachtere, meer meditatieve benadering van Adam Rudolph op het vorige album van Smith. Die gebruikt af en toe wat elektronica, niet excessief, maar net genoeg om wat reliëf en diepgang te bieden aan zijn kristalheldere langgerekte tonen. Hun ode aan Peter Kowald in "Bass-Star Hemisphere" biedt absolute zuivere muzikale schoonheid, in een combinatie van droefnis en vreugde, afgewisseld met korte dans-achtige intervallen, of donkere dreigend geroffel en sombere belklanken. Ze beheersen hun muzikale ruimte perfect en ze weerstaan ook het normale verlangen om de stilte tussen de noten op te vullen. Dit is muziek die ontdaan is van elke mogelijke nodeloze franje of melodische ankerpunten, waardoor een gevoel van wijdse ruimte en openheid wordt gecreëerd, dat de luisteraar opslorpt in hun spirituele tocht. Adembenemend mooi.

For the English version, click HERE

Tuesday, July 24, 2007

Other Dimensions In Music - Live At The Sunset (Marge, 2007) *****

Er zijn twee zaken die ik moeilijk te geloven vind.

Ten eerste kocht ik ongeveer vijf jaar geleden de CD "Time Is Of The Essence Is Beyond Time" van Other Dimensions In Music, en ik vond die chaotisch en leeg, dus plaatste ik deze CD op het bands-om-niet-meer-te-beluisteren schap. Te meer daar Allmusic.com dit album hun beste vond, wat moest de rest dan niet voorstellen? Enkele jaren later werd ik aangemoedigd door het schitterende boek van Phil Freeman "New York Is NOW! The New Wave Of Free Jazz" om te luisteren naar hun eerste twee albums (respectievelijk zonder titel en "Now!"). Ook hij vond "Time ..." niet te beluisteren. Maar de eerste twee zijn absoluut weergaloos fantastisch. Dus dat ik deze knappe muziek jaren heb gemist en de recensies zo verkeerd waren, was al een jammer zaak.

Ten tweede heeft O.D.I.M. nu een dubbele live CD uit op het Franse Marge label, dat GEEN, ZERO, ZILCH, NADA recensies heeft gehad tot nog toe, nergens (wat verklaart waarom ik het hoesje niet kan tonen : de CD is niet te vinden op internet en ik heb geen scanner). En het is niet enkel bijna niet te geloven dat deze dubbelaar geen recensies kreeg, het is een absolute schande! Dus, liefhebbers van freejazz : deze CD bestaat en hij is fantastisch.

Voor wie Other Dimensions In Music niet kent : de band bestaat uit Roy Campbell op trompet; Daniel Carter op sax, fluit en trompet; William Parker op bas en Hamid Drake op drums. En ze brengen freejazz op zijn best : spontane improvisaties vol ritme, empathie, met prachtige solo's en telepatisch samenspel. Deze vier schitterende muzikanten spelen al meer dan 20 jaar samen in bands waarvan het aantal niet meer bij te houden is, en het resultaat is er naar. Drake en Parker spelen alsof ze twee lichamen van dezelfde persoon zijn, en ze bewijzen nogmaals de beste ritmesectie van het moment te zijn, die de ritmische fundering legt voor de toonlandschappen die Campbell en Carter weven, die beiden niet alleen over hun ongelooflijke muzikale bagage tentoon spreiden, maar bovendien beschikken over de zeldzame combinatie van diepe emotionaliteit, creativiteit en spiritualiteit. Er is veel variatie op dit album. Te beginnen bij de instrumenten : Parker speelt ook musette, de rietblazer die we kennen van Dewey Redman bij Old & New Dreams, die hij plots neerlegt om snel arco te gaan spelen, Drake speelt ook snaredrums en zingt en ook Carter laat zijn stem horen. De tweede afwisseling komt van de veelheid aan stijlen die in de improvisaties naar boven komen : blues, swing, bop, Afrikaanse en midden-oosterse muziek. De derde variatie wordt ingebouwd door het constant wisselen van de intensiteit, gaande van ingetogen en spiritueel tot hardblazend energetisch spel, dat echter zelden chaotisch of overdadig is, en die intensiteitswissel is het best te vergelijken met hoge golfruggen op de oceaan die elkaar afwisselen, op en neer gaand in trage bewegingen, maar deel uitmakend van hetzelfde geheel. En dit is allemaal relatief bewust, getuige hiervan de titels (hoewel alles zonder onderbreking op elkaar volgt : "Blues configuration", "Afro Carribean High Life", "Blues for Baghdad", "Funk The Government/The Betrayal of New Orleans/Hurricane Katrina", "Suite for Miles Davis", "For Louis, Cootie and Lester", "James Brown Ascension", ... geeft zo'n beetje een idee van de muzikale referenties. Maar het is niet enkel politiek of putten uit de muziekgeschiedenis : de essentie van hun muziek is spiritueel : "multilayered music that is drenched in vision. Blues vision, world music vision, 21st Century vision, it's the music called Black Mystery Music that comes from the deepest parts of Africa, Asia and Europe. Sounds that can be found in the furthest reaches of the cosmos. The mud that binds the music is the call of the human soul in need of healing. Combined with all the beautiful things that have ever existed since the beginning of time". Zo schrijft William Parker in het boekje, en hij gaat verder : "We never know what will happen from minute to minute in the music but we are ready to go anywhere it wants to go, without being restricted by style". En dat is precies wat dit dubbelalbum te bieden heeft : uitstekende vrije muziek, zeer natuurlijk evoluerend, ritmisch, vol intensiteit, spiritualiteit en muzikale visie. Kopen!

En dat kan bij het Franse Sunset Records


Hier zijn enkele sound samples van hun vorige CD "Now!", kwestie van wat aanknopingspunten te kunnen geven :

For The Glass Tear
Blue Expanded


For the English version, click HERE

Monday, July 23, 2007

Dennis Gonzalez - Geografia (Self published, 2006) ****

Dennis Gonzalez is een trompettist die ik bij momenten zeer graag hoor. Zijn toon is warm en beheerst, maar zijn muziek avontuurlijk zonder over de schreef te gaan. "Yells At Eels" is het trio dat hij heeft met zijn twee zonen Stefan (drums, vibes) en Aaron (bas), maar meestal aangevuld met enkele gastmuzikanten, zoals hier Carl Smith op tenor, Devon Wells op fluit, Kim Corbet op trombone, Bill Pohl op elektrische gitaar, en dat afwisselend telkens op één of twee nummers. De muziek van Yells At Eels is open, bluesy, rustig, mooi en begeesterend. Het accent ligt in de eerste plaats op de gezamenlijke creatie, met de muzikanten die tonale lagen door elkaar weven en eerder zoeken naar een gemeenschappelijk compositie dan hun technisch improvisatorisch kunnen op hun instrument tentoon te spreiden. En die functionaliteit komt de muziek zeer sterk ten goede. De nummers vloeien voorbij als wolken of rivieren, het ene na het andere, melancholisch, dramatisch, traag, bij momenten indrukwekkend en impactvol. Vooral het lange "Crow Soul" is de moeite waard en doet qua ritme, baslijn, mood en toon soms aan Terje Rypdals Rolling Stone denken (van de Odissey LP versie), en vloeit naadloos over naar het volgende, bijna even lange, energetischer "Mutation Station" dat eindigt in een grootse climax. Het laatste nummer is opgedragen aan William Parker, en terecht, vinden we hem immers allen niet fantastisch? Een ander sterk punt van de CD is de volgehouden eenheid van stijl. Knap.


De CD is te bestellen bij hem persoonlijk, en geloof me, hij zet hem op de post van zodra je mail hem bereikt op "dennisgonzalezx@aol.com".

Bekijk hieronder een video van Yells At Eels die Ornette Colemans Happy House coveren (geen verder verband met deze CD)





For the English version, click HERE

Sunday, July 22, 2007

Billy Stein Trio - Hybrids (Barking Hoop, 2006) ***½

Op zijn debuutalbum brengt gitarist Billy Stein samen met bassist Reuben Radding en drummer Rashid Bakr een interessante tussenvorm van vrije improvisatie en post-bop. De drie muzikanten zoeken en draaien om elkaar heen, muziek creërend die verrassend is, soms herkenbaar, soms ritmisch, maar nooit eentonig. Stein zelf speelt gitaar als een dirigent, met zijn zachte toon en zijn dito aanwezigheid geeft hij vooral de indruk de twee andere groepsleden richting te willen geven en aan te zetten om hun ding te doen. En dat doen ze ook. Radding en Bakr zijn geen onbekenden in de meer avant-garde jazz, maar hier laten ze zich van hun meest toegankelijke kant horen, en ze doen dat behoorlijk knap. Tot echte melodieën of thema's komt het niet, wel tot een wervelend ritmisch geheel van klank en tegenklank, nooit opdringerig, wel creatief.

For the English version, click HERE

Saturday, July 21, 2007

Ethnic Heritage Ensemble - Hot 'n' Heavy (Delmark, 2007) ****



Percussionist Kahil El'Zabar heeft twee groepen waarmee hij met de regelmaat van een klok CD's produceert : het Ritual Trio en het Ethnic Heritage Ensemble, dat meestal een kwartet is. Muzikaal, noch qua effect zijn er geen wezenlijke verschillen tussen beide bands, alleen de andere bezetting zorgt voor een andere invulling. De muziek is sterk ritmegedreven, met een vaste aanstekelijke groove die wordt aangehouden, wat de soloisten de kans geeft om voluit te gaan op een spirituele queeste, gebouwd rond vaak mooie lange melodielijnen. Sfeer, enthousiasme, aanmoediging en interactie tussen de muzikanten staat centraal, niet altijd uitbundig, soms ook ingetogen, maar altijd ritmisch en met veel ruimte. Het grootste verschil tussen beide bands is dat het Ritual Trio bestaat uit percussie, bas en trompet of sax, terwijl het Ethnic Heritage ensemble bestaat uit percussie, de trombone van Joe Bowie, de sax van Ed Wilkerson, of zoals hier, van Ernest Dawkins, al dan niet aangevuld met de gitaar van Fareed Haque. En het repertoire is absoluut identiek : El'Zabar klassiekers zoals "Ka-Real", "Ornette", "Love Outside Of Dreams", "Ancestral Song", "Alika Rising", "Papa's Bounce", enz. worden door beide bands op meer dan één CD gebracht. And who cares? Maar deze CD brengt een totaal nieuwe songlist. En Joseph Bowie op trombone is vervangen door Corey Wilkes op trompet en flugelhorn (soms samen!). Nogal wat veranderingen dus, maar muzikaal niet. De composities blijven ritmisch, de melodieën mooi, de arrangementen eenvoudig, de percussie absoluut fabuleus en het spelgenot van de muzikanten een plezier om te horen. En ze zijn altijd best live te horen, in een kleine zaal, intimistisch en dichtbij. En dan reageert het publiek zoals op dit album : goed, spontaan, enthousiast, deel van het geheel. En de muzikanten geven echt een prima invulling aan El'Zabars composities : Corey Wilkes is absoluut sterk, Dawkins beheerst, met warme toon, Haque geeft de nodige harmonische ondersteuning en soloot knap als het nodig is, en El'Zabar zelf is onovertroffen als percussionist, maar evenzeer als bespeler van de Afrikaanse "thumb piano", zo ongeveer zijn handelsmerk. Dit is mainstream in zijn meest vrije vorm, of freejazz in zijn meest melodische en ritmische variant, en ook aan dit soort categorieën heeft El'Zabar lak, als het maar klinkt, ruimte biedt en spiritueel is. En dat is het zeker, en fun bovendien. Aanrader.

Hier is ook een DVD versie van.

Luister naar samples :

Major To Minor
MT
Hot 'n' Heavy
There Is A Place
Black As Vera Cruz

For the English version, click HERE

Wednesday, July 18, 2007

Jacek Kochan - One Eyed Horse (Gowi Records, 2005) ****


Nog een opmerkelijke CD van Poolse origine : drummer Jacek Kochan, met meestersaxofonist Greg Osby en Franz Hautzinger op trompet. Krystyna Stanko leent haar stem op enkele amper hoorbare plaatsen. En dit is een onwaarachtig knappe CD. De muziek van Kochan is ritmisch, funky zelfs, maar free tegelijkertijd, met prachtige melodieën en samenspel, tegen een beheerste achtergrond van electronica en ambient sounds. Dit is moderne jazz op zijn best, en muziek waar vele pseudovernieuwers van vandaag nog wat van kunnen leren : dit is echte muziek, hier zit energie en intensiteit in, knappe muzikale constructies, veel afwisseling, echte creativiteit, echte emotie. De CD bestaat uit 15 relatief korte tracks, meestal uitgaand van een (sterk) ritmisch patroon, vaak elektronisch vervormd, en wat DeJohnette op Bitches' Brew doet, imiteert hij als de beste : dat ritme erin houden door minimaal maar in hoog tempo op die hihat te blijven meppen, terwijl sax en trompet er bovenuit solo'en, in flarden, of traag melodisch, om dan opnieuw het heft in eigen handen te nemen en echt te tonen wat er uit zo'n drumkit qua ritmes te halen valt. Kochan is een topdrummer, punt. Maar ook Greg Osby en Frantz Hautzinger voelen zich prima thuis in deze omgeving, of het nu gaat om de meer uptempo stukken, de free of de funk-omgeving, of de traag melodische, het past allemaal perfect, niet te braaf, wat aan de ruwe kant, maar toch zeer toegankelijk, en alles in dezelfde lijn, zonder stijlbreuken. Zijn werkelijke verdienste is dat hij de elektronica als een functioneel element ten dienst van de muziek stelt. En die primeert duidelijk. Echt de moeite.

Luister naar :
Rift
Drop
Sun Doesn't Know She Is A Star
Fear No More (integraal)
Simoom (integraal)

For the English version, click HERE

Monday, July 16, 2007

Carla Bley & Paul Haines - Escalator Over The Hill (JCOA, 1971) *****

Weinig CD's hebben een zo uniek profiel als dit album van Carla Bley, en hoe je de muziek moet omschrijven is me een raadsel : een freejazz fusion wereldmuziek avant-garde opera lijkt nog de beste omschrijving, je krijgt het immers allemaal te horen, magistraal, bombastisch, walsend, hoempa-end, krijsend, rockend, spookachtig, enerverend, krankzinnig, paardenmolend, absurd, jammerend, huilend, dreigend, opzwepend, verpletterend, filmisch, ontwrichtend, smartlappend, chaotisch, ....

Neem een orkest met de toenmalige absolute crème-de-la-crème van de moderne jazz : Don Cherry, Gato Barbieri, Roswell Rudd, Karl Berger, Sam Brown, Charlie Haden, Paul Motian, Enrico Rava, Perry Robinson, Michael Mantler, Leroy Jenkins, Ron McClure, Jimmy Lyons, Carla Bley zelf uiteraard, en voeg daar nog een tiental bijkomende blazers bij. Voeg daar wat nieuwe vedetten uit de rock-muziek aan toe, met onder andere Linda Ronstadt op vocals, Jack Bruce (van Cream) op zang en bas, Don Preston (Mothers of Invention) op Moog synth, en natuurlijk John McLaughlin op gitaar, en nog enkele andere zangeressen zoals Jeanne Lee en Sheila Jordan.

Neem een theater-auteur die de meest waanzinnige en absurde teksten neerpent die in opera-stijl, rock-'n'-roll stijl, in musicalstijl, roepend, of zelfs gewoon worden gezongen of gesproken, alleen of in koor, begeleid of niet : en die vol ernst zinnen zingen als :

"It's in the lobby
of Cecil Clark's
that people raised
for one thing
like cows
for milk
and chickens
for legs
vote for something
weak
and to the point
riding the escalator
over the hill

vote for something
weak
and to the point"

... en Carla Bley maakte van dit alles iets muzikaals unieks.

Dus - benader deze muziek zonder enige vooringenomenheid, laat jezelf meeleiden in een verhaal zoals je er nog nooit één hoorde, vergeet je andere muzikale noties en verwachtingen, verlaat de veilige haven van je kennis en vaste patronen, en .... neem die verdomde roltrap.

(... en vraag me niet waar het over gaat!)

"Stop refusing to explain
Give up explaining"

For the English version, click HERE

Sunday, July 15, 2007

Gato Libre - Nomad (Nomansland Records, 2007) ***½

De echtgenoten Natsuki Tamura (trompet) en Satoko Fujii (normaal piano, maar hier enkel op accordeon), hebben iets met katten (niet enkel bij Gato Libre, maar ook op enkele van hun andere CD's staan katten op het hoesje). Daarnaast zijn beiden muzikale duizendpoten. En hun "Gato Libre" band kan niet verder verwijderd liggen van hun orchestrale of avant-gardistische werk. Ik nodig iedereen met open oren en een sterk hart om eens te luisteren naar "Hada Hada" van Tamura, de meest onwaarschijnlijk harde electronic industrial free jazz, een genre dat enkel op dat album voorkomt. "Nomad" situeert zich aan het andere uiterste van het spectrum, toegankelijke, op Europese muziek gebaseerde jazz, met Franse musette, Weense walsjes, Schotse dansjes, wat klezmer, een beetje flamenco, en dat alles vol melancholie en sympathie. De titel "Nomad" houdt in dat op elk nummer een andere Europese stad wordt aangedaan, en een lokaal muziekje wordt dan keurig ingepakt met een strik rond, om teruggezonden te worden naar het vaderland. De andere twee Europeanen van dienst zijn Kazuhiko Tsumura op akoestische gitaar en Norikatsu Koreyasu op bas. Dit is lichte, frisse, aanstekelijke kamermuziek, en de combinatie van de vier instrumenten, samen met de meersterlijke beheersing ervan door het kwartet, maakt dit een CD die ver uitsteekt boven de middelmaat van gelijkaardige projecten.

Luister naar In Krakow, In November - en vergelijk met hetzelfde nummer op hun trompet-piano album

For the English version, click HERE

Exploding Customer - At Your Service (Ayler Records, 2007) ***½


Dit is het derde album van de Zweedse band Exploding Customer op het Ayler Records label, and het eerste dat in de studio werd opgenomen, and dat is eigenlijk jammer, want het genre muziek dat deze jongens brengt, roept om een publiek omdat de onmiddellijke interactie met de zaal een verrijking betekent. Desondanks is hun soulvolle funky benadering van freejazz enthousiasmerend genoeg, maar toch ben ik verbaasd om bij het eind van elk nummer geen applaus te horen. De band bestaat uit Martin Küchen op alto en tenor, Tomas Hallonsten op trompet, Benjamin Quigley op bas en Kjell Nordeson op drums. Hun muziek is fun, levendig, slim en prima gebracht. Dit is geen grensverleggende muziek, maar je zal er van genieten van het begin tot het eind, dankzij de prima composities, het prima samenspel, de afwisseling in de muziek, de bijna dansbare funk, en toch worden ook hart en geest niet vergeten, want de CD bevat ook enkele tragere, meer introspectieve stukken, zoals het lange en prachtige "The Supply And Demand Of Love And Hate", en niet te vergeten de afsluiter : het ontroerende nummer "Els Segadors" van Charlie Haden. Aangeraden voor wie houdt van technisch knappe funky en gevoelige free bop zonder pretentie.

Te bestellen bij Ayler

For the English version, click HERE

Thursday, July 12, 2007

Marc Ribot - Asmodeus, Book Of Angels, Vol. 7 (Tzadik, 2007) *****


Het is nooit goed om te snel een recensie te schrijven. Beter eerst een paar keer luisteren, dan nadenken en dan zorgvuldig iets bij elkaar pennen. Alleen, deze CD leent zich daar niet toe. Dit is rechtoe-rechtaan instrumentale hardrock van Marc Ribot op gitaar, Trevor Dunn op bas en Calvin Weston op drums. De CD begint hard, full speed, alle registers opentrekkend, alle knoppen open en pedalen ingedrukt en Ribot's elektrische gitaar geeft er een lap op, ondersteund door de explosieve ritmesectie. Maar het wonderlijke is : Ribot geeft 40 jaar elektrische gitaargeschiedenis op één CD, van Hendrix over fusion over punk over avant-garde, inclusief de huidige metalcore of dark ambient of gothic metal of hoe heten al die dingen, van bluesy solo's ("Yezriel"), over strakke razendsnelle unisono thema's ("Cabriel"), veel power chords, tot traag loodzwaar gebonk ("Zakun") en waanzinnige geluidsorgasmes. En het is werkelijk fantastisch, zonder meer één van de beste gitaartrio albums ooit gemaakt. We kennen Ribot van zijn knappe, fijnzinnige begeleiding van Tom Waits, en zijn eigen halfklassieke akoestisch werk, zijn avant-gardewerk met zijn eigen bands, zijn begeleiding van de Lounge Lizards, zijn lyrisch gitaarwerk in de Bar Kohba ensembles van John Zorn, of nog zijn latin top-sellers met de valse Cubanen, maar dit, dit is buiten en boven elke vergelijking. Dit is de gitaarmuziek waar alle rock-gitaristen van kunnen dromen, technisch knap, compositorisch knap, snel, gedreven, ritmisch gevarieerd, qua gitaarstijlen gevarieerd, maar hard, hard en nog eens hard, en snel, snel, snel, zonder één moment rust. Ik heb hier al enkele keren luidop zitten lachen van plezier bij het horen van zoveel beheerst geweld. En beheerst is het woord, hier staan geen oeverloze solo's op, slechts één nummer bereikt de tien minuten. Misschien wel het belangrijkste is dat dit inderdaad allemaal songs zijn die uit het Masada songbook komen, klezmer qua toonladder, maar op geen enkele manier te vergelijken met de andere "Books of Angels", dit lijkt me meer het album van de Fallen Angels te zijn. Het succes ervan mag zeker niet alleen op het conto van Ribot worden geschreven, want Dunn en Weston zijn verbluffend, de eerste hoe hij meegaat met de gitaar en het geheel ondersteunt, de tweede door de ongelooflijke snelheid van uitvoering. Wonderlijk, een muzikaal statement van jewelste, instrumentale waanzin tot in het extreme, en toch blijft het allemaal nog melodisch en lyrisch, wonderlijk.

Luister naar sound samples (kwaliteit is wel ondermaats)

Yezriel
Cabriel
Zakun
Dagiel
Mufgar

For the English version, click HERE

Marcel Khalife - Taqsim (Nagam Records, 2007) ***½

Marcel Khalife is een Libanese oud speler en componist, die, gelukkig, zichzelf wat inperkt en een trio-album heeft gemaak, dat in tegenstelling tot zijn orchestrale, bijna filmische werken, een intimitischer en gevoeliger benadering heeft. Hij speelt hier samen met de Oostenrijkse modern jazz bassist Peter Herbert, die als voornaamste sparring partner fungeert op dit album, af en toe ondersteund door Bachar Khalife op percussie. Het album bestaat uit drie lange nummers die uiteraard Arabisch van inslag zijn, maar toch ook moderne, jazzy elementen bevatten, twee muziekgenres die perfect op elkaar kunnen inspelen door hun openheid, hun focus op improvisatie en instrumenteel meesterschap. De echte kracht van dit album ligt in de kwaliteit van het samenspel, dat inderdaad zeer sterk is. Khalife's doel van het album is om een eerbetoon te brengen aan de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish, leuk maar hier heb ik verder geen boodschap aan. Toch knappe muziek.

Kijk naar een video van één van hun optredens.




For the English version, click HERE

Ilmillieki - Take It With Me (Tum Records, 2006) ***½

"Take It With Me" is het tweede album van de jonge Finse band Ilmillieki, die bestaat uit Verneri Pohjola (tp), Tuomo Prättälä (p), Antti Lötjönen (b), Olavi Louhivuori (dr). Hun muziek is rustig, beheerst, meditatief, creatief, met sterk gestructureerde songs die veel ruimte laat voor vrije improvisatie, en doet bij momenten wat denken aan het Lemon Juice Quartet. Je zal er in elk geval niet van gaan dansen, maar dat is ook niet de bedoeling. De titelsong "Take It With Me" is gebaseerd op een song van Tom Waits, maar ook "Porcelain" van de Red Hot Chili Peppers wordt gecovered en "My Favorite Plum" van Suzanne Vega. Toch is dit niet de zoveelste Bad Plus-achtige band die gekende popsongs covert, nee, daarvoor is deze muziek te authentiek, hun inspanning te gemeend, meer kunst dan entertainment. En ik vind in alle eerlijkheid hun eigen composities een stuk sterker dan de covers. Echt de moeite waard voor wie houd van ingetogen vrijheid.

Beluister fragmenten op MySpace

For the English version, click HERE

Wednesday, July 11, 2007

8 Bold Souls - Sideshow (Arabesque, 1992) *****

Uit het lijstje van de jazz-albums die ik fenomenaal vind, breng ik af en toe een recensie.

8 Bold Souls is de band van Ed Wilkerson, die gekenmerkt is voor de diepe klank van zijn blazerssectie en de boeiende kruising tussen sterk georchestreerde en gestructureerde stukken en de zeer vrije improvisaties. De emotionele en muzikale kracht van dit 8-koppig ensemble is relatief uniek en ook vrij herkenbaar. De band bestaat uit Ed Wilkerson Jr - tenor, alto en bas saxofoon, clarinet en alto clarinet; Mwata Bowden - clarinet, bariton, en tenor; Robert Griffin - trumpet and flugelhorn; Isaiah Jackson - trombone; Aaron Dodd - tuba; Naomi Millender - cello; Harrison Bankhead - bas en Dushun Mosley - drums en percussion. Luister naar het begin van "Black Herman" hier onderaan en je zal meteen een idee hebben van wat deze blazers kunnen oproepen aan donkere dreiging, met een economische baslijn en dito drums, na vijf minuten onderbroken door krachtige hoge toonstoten, een tempowisseling en dan slaat de swing in de pan, met knap solowerk van alle blazers, maar ook van cello en bas. Dit album brengt ook één van de beste versies van Ornette Colemans "Lonely Woman", beginnend met een lang, snijdend, hartverscheurend duo van cello en bas dat de absolute droefheid van verpletterende eenzaamheid prachtig uitdrukt, dan nog geaccentueerd door het invallen van de blazers. Alleen dit nummer al maakt de aanschaf van deze CD een must. Niet vernieuwend, wel een prachtige synthese van big band, freejazz en bop. Creatief met knappe expressiviteit.

Luister naar sound samples (hoewel te kort voor deze lange nummers)

Black Herman
Glass Breakers
Lonely Woman
Sideshow
Light On The Path

For the English version, click HERE

Tuesday, July 10, 2007

IN A SENTIMENTAL MOOD : BELGIAN FEMALE PIANO PLAYERS

(voor Nathalie)

De twee beste mainstream/world jazz CD's ooit door vrouwelijke Belgische jazz-muzikanten gemaakt, hebben veel gemeen met elkaar, al was het maar de zoektocht naar absolute perfectie en het samengaan van strakke composities met emotionele kracht en instrumentele virtuositeit. Voorts hebben beide pianisten een openheid naar de wereld die typerend is. Myriam Alter is van joods-spaanse oorsprong, en groeide op in een omgeving waarin zowel Spaanse, Italiaanse, Zuid-Amerikaanse, als klassieke muziek op het dagelijks menu stonden. En Nathalie Loriers omringt zich met muzikanten van Italiaanse, Joegoslavisch-Jordaanse, Frans-Algerijnse en Belgische oorsprong. België, de melting pot van de wereld...

Myriam Alter - If (Enja Records, 2003) *****


Dit album is van een verbijsterende volgehouden melodische schoonheid, elegantie, rake frasering, ritmische fijnheid, kortom schitterend. Dit is mainstream jazz op zijn best : herkenbaar maar toch creatief, emotioneel zonder opdringerig te zijn, intimistisch met een duidelijke muzikale visie. Eén van de meest verrassende aspecten van dit album is dat de Belgische pianiste/componiste het pianowerk overlaat aan Kenny Werner in plaats van zelf te spelen. Volgens Myriam Alter is Werner de betere pianist en zij de betere componist, en toch is het me niet helemaal duidelijk, maar het blijkt in elk geval een succesvolle keuze te zijn. De andere muzikanten mogen er ook zijn, Dino Saluzzi op bandoneon, John Ruocco op clarinet, en de Masada ritmesectie : Greg Cohen op bas en Joey Baron op drums. Wat dit ensemble brengt is het muzikaal equivalent van een praline van het beste soort. Hoogkwalitatieve ingrediënten, het smelt in de mond, is zeer zoet, maar met een krachtige, degelijke smaak, het resultaat van een vakkundig en virtuoos proces. En je wil zeker meer. En het verrassende is dat het smeltproces ergens binnenin de luisteraar plaatsvindt, zo hartverwarmend mooi is dit album. Dit is mijlen verwijderd van freejazz, mijn excuus hiervoor, maar ik heb ook een zeer sentimentele kant die mainstream van uitzonderlijk niveau wel kan genieten. En dit album behoort hier zeker toe. Esthetisch, elegant, verfijnd, emotioneel, licht, ...

Listen to sound samples

Waking Up
Home
IfI Think Of It
Moving Somewhere
Where You Belong

Nathalie Loriers Chemins Croisés - L'Arbre Pleure (De Werf, 2006) ****


Een ander Belgisch album, "L'Arbre Pleure", dat gerust naast Myriam Alter kan staan, komt van de Belgische pianiste Nathalie Loriers en haar band Chemins Croisés, met Gianluigi Trovesi op clarinet, Karim Baggili op oud, Philipppe Aerts op bas en Joël Allouche op drums. De bezetting van de band en de naam geeft al aan dat hier veel verschillende invloeden aan het werk zijn, Europese, Arabische en Amerikaanse (jazz, weet je wel). De vergelijking met Myriam Alter gaat op in de zin dat de composities sterk zijn, de muzikanten (en dan vooral Trovesi en Loriers zelf) een stuk boven de middelmaat, en een zeer sterke muzikale eenheid en emotionele spankracht het hele album ondersteunt. De toon heeft niet het melancholische van Myriam Alters "If", af en toe is er wat vreugde tussen, zoals in "A Pas Feutrés" (verwijzend naar haar kat?) of "Mister Lee". Het leuke van dit album is dat de vanzelfsprekendheid van de melodieën en het samenspel een melodische en ritmische complexiteit verbergt, en die moet je als luisteraar uiteraard niet opmerken, als je de kracht van het geheel maar met plezier ervaart. En die spelvreugde die druipt gewoon van het geheel af. Prachtig. Voor de kalmere momenten.

Luister naar Sound Samples :

Kalila Et Dimna
L'Arbre Pleure
L'Auberge Des Femmes

For the English version, click HERE

Roscoe Mitchell Trio - No Side Effects (Rogue Art, 2006) ***

Roscoe Mitchell is natuurlijk één van de absolute boegbeelden van de freejazz, lid van het Art Ensemble of Chicago voor vele jaren, en nu al enkele jaren productief in kleinere settings, duo's en trio's. Op deze dubbelaar brengt hij samen met Harrison Bankhead (bas, cello) en Vincent Davis (drums) 24 composities die variëren van 2 minuten tot bijna 14 minuten. Het trio improviseert op een zeer strakke opgelegde structuur, en het samenspel en het technisch vernuft van de drie muzikanten, maar zeker van Mitchell zelf, staan buiten kijf. Alleen ... alleen ontbreekt hier voor mij één van de wezenlijke aspecten van muziek : soul! Dit is allemaal zeer doordacht, zeer knap gedaan, maar waar zit die pijn, die angst, die droefnis, die vreugde, dat plezier, en al die andere gevoelens die muziek hoort op te roepen. Af en toe worden alle remmen losgegooid, zoals in het lange "Parched Plains" of "Enfold" of "Shake Up", maar voorts komt deze CD uitermate beheerst en ingehouden over, en komt naar mijn bescheiden mening al bijna in de buurt van moderne klassieke muziek, soms esthetisch mooi en creatief. Maar toch... Emotie, Roscoe, emotie ...


For the English version, click HERE

Monday, July 9, 2007

Brian Groder - Torque (Latham, 2006) *****

Je moet het maar doen, het Sam Rivers Trio uitnodigen voor een gezamenlijke CD, dat is net of je zelf gaat vragen of je als vijfde wiel aan de wagen mee mag. Voor wie het nog niet mocht weten : Sam Rivers heeft zowat alle jazz-watertjes doorzwommen in zijn 83-jarige leven, maar heeft met zijn geweldige tenor vooral de avant-garde en freejazz opgefleurd. En wel, Brian Groder is erin geslaagd om samen met Rivers en zijn ritmesectie, Doug Mathews op bas en Anthony Cole op drums, een dijk van een album te maken. Brian Groder is een New Yorkse trompettist die op dit album niet alleen muziek maakt alsof hij al jaren met dit trio toert, maar er tegelijk in slaagt om een gezamenlijke taal te ontwikkelen die het midden houdt tussen free, avant-garde en bop. Met uitzondering van de zeer schaarse unisono thema's tussen sax en trompet, bestaat dit album uit zeer melodieuze ontdekkingstocht naar samenspel en klankkleur, met zeer veel ruimte voor improvisatie. Het album bestaat uit enkele stukken waar de hele band mee doet, maar ook met duo's, beginnend met Cole ("Spellcast"), met Rivers alleen (op fluit "Behind The Shadows", of sax "Camouflage"), dan met de bas ("Iota", "Jingo"). Het album eindigt dan weer met een duo van trompet en drums. En ongeacht de configuratie, dit is schitterende muziek, die zowel freejazzers als mainstreamers zal bekoren, door zijn absolute muzikale vrijheid, openheid en visie, maar tegelijk door zijn toegankelijke gevoeligheid, melodisch en ritmisch plezier. Groder is uiteraard de centrale muzicerende figuur, maar de intensiteit en de diepgang die hier wordt gebracht is de verdienste van de ganse band. En het meest verbluffende is dat Sam Rivers op alle vlak met Groder meegaat, alsof hij het alter ego van de trompettist is, maar dan op sax. De man zijn kunnen, inlevingsvermogen en muzikaal begrip is verbijsterend. Alles wat hier wordt gebracht is een succes. Een must!


Luister naar sound samples :
Spellcast
Betwixt
Diverging Orbits
Involution
Tragic Magic
Behind The Shadows, Part II
Iota
Oculus

For the English version, click HERE

Ulrich Drechsler - Humans & Places (Cracked Anegg, 2006) ****

Allaboutjazz leidt de recensie over dit album in met volgende zin : "Ulrich Drechsler asks and answers the question: how can the saddest music in the world be delivered with so much hope?" en ik vind dit een zeer accurate omschrijving van deze CD. Dit is mainstream jazz met zeer open visie, en Drechsler creëert iets unieks voor zijn debuutalbum. Zijn basclarinet kleurt inderdaad de ruimte in tussen enkele van de diepere menselijke emoties, tussen droefnis en hoop, tussen melancholie en vreugde. Zoals ik al eerder deed, zal ik Myriam Alters "If" als een referentie nemen : de intimiteit van kamermuziek, een zeer lichte tred, zorgvuldig gecomponeerde composities, uitstekend samenspel, een gevoel van breekbaarheid op alle nummers, prachtige melodieën, en droefnis, droefnis, droefnis, ... van een intensiteit die je in stukken dreigt te doen vallen terwijl je luistert. Dit is jazz met een interessante mix van Europese stads- of straamuziek, gecombineerd de Amerikaanse blues feeling, nogal sterk verwant aan Gianluigi Trovesi of Tomasz Stanko. De leden van de band zijn absoluut uitstekend, met Tord Gustavsen op piano, Oliver Steger op bas, Jörg Mikula op drums en Peter Ponger op piano op twee stukken. Knappe muziek.

Listen to some sound samples

For Andy, Dedicated To Desi
Soulmates
Graceful Touch
O-S-K
First Step

For the English version, click HERE

Sunday, July 8, 2007

Ravish Momin's Trio Tarana - Miren (Clean Feed, 2007) ****

Percussionist Ravish Momin komt met een nieuw Tarana Trio, Jason Kao Hwang op viool wordt vervangen door Sam Bardfeld, en Brandon Terzic vervangt Shanir Ezra Blumenkranz op "oud". De muziek krijgt er een heel andere klankkeur door, ondanks het feit dat de instrumenten dezelfde zijn. Net zoals op "Climbing The Banyan Tree" zijn de ritmes en ritmeveranderingen een centraal gegeven, alleen is alles een stuk intenser dan op de vorige. Momins benadering valt moeilijk in een hokje te vatten. De wereldmuziekinvloeden zijn prominent aanwezig, en dan voor de Indiaanse ritmes, soms is de basis van de melodie eerder in de folk terug te vinden, en eerder in de Europese dan in de Aziatische, toch gaat de echte kracht van de CD uit van de improvisaties. Het vioolspel van Bardfeld is minder abstract, minder gevarieerd dan dat van zijn voorganger, maar een stuk hypnotischer, hij schrikt er niet voor terug herhalingen op te zoeken, waarbij hij de noten telkens met een andere intensiteit aansnijdt, en dat mist zijn effect niet. De "oud" is hier een stuk prominenter aanwezig, want voor Blumenkranz was bas het eerste instrument, en de oud kwam slechts op enkele nummers aan bod. En Terzic is goed, hoewel het nogal ondankbaar is om met een instrument dat weinig volume heeft, te moeten optornen tegen het bonkend drumwerk van Momin, zoals in het titelnummer, de oud komt dan ook het best tot zijn recht als die echt solo speelt, zoals in het begin van "What Reward" of begeleid wordt door zeer lichte percussie, zoals in "Tehra" of "Fiza". Dit is een knappe CD, met sterke emotionele draagkracht en spanning, die ik kan aanraden aan iedereen die belangstelling heeft voor de combinatie van freejazz en wereldmuziek.



Listen to sound samples

Tehra
Fiza
Ragalia
Miren
What Reward?
Fiza

For the English version, click HERE

Martin Speicher - Shapes & Shadows (Clean Feed, 2007) ****

Freejazzers, rejoice! Hier is een sax trio dat werkelijk subliem is. Martin Speicher (sax en clarinet), Georg Wolf (bas) en Lou Grassi (drums), brengen vrije improvisatie van topniveau. Ik kende enkel Grassi van zijn schitterende Avanti Galoppi CD, want de twee andere muzikanten waren me onbekend, en ten onrechte, want wat ze hier tentoon spreiden is zeer sterk. Hier wordt naar elkaar geluisterd, hier wordt samen gezocht en gevonden, met zeer veel afwisseling per nummer, nu eens intens en gejaagd, dan weer zacht en melancholisch. Speicher heeft een warme toon, ook als hij er hard tegenaan gaat, Wolf biedt knappe telepathische interactie en Lou Grassi blijft het geheel voortjagen met krachtig drumwerk. Het album begint al veelbelovend met "Please, Confirm", dat licht dansend met losse tonen begint, dan evolueert naar een absoluut niveau van lang volgehouden hoogspanning, om weer lichter te eindigen. "Le Star" biedt traag zoekend werk, met Speicher die de hoge tonen van zijn sax opzoekt, iel, droevig, maar ook krachtig. "Claire's Net" begint dissonant abstract, met Speicher op basclarinet en Wolf op arco bas, en hoewel er niet echt kan gezegd worden dat er een melodie ontstaat, is het wonderlijk om te zien hoe uit die losse clusters van noten een muzikale eenheid ontstaat die moeilijk te definiëren valt. En dat geldt ook voor de rest van het album. De strenge zelfbeheersing en de gemeenschappelijke focus van deze band bij het creëren van hun muzikale visie is heel sterk, en het resultaat mag er zijn. De titelsong sluit de CD af, met Martin Speicher opnieuw op bas clarinet, en dit is zonder enige twijfel het hoogtepunt van het album, eindigend in droevig jankende, huilende tonen zoals je ze zelden zal gehoord hebben. Verwacht geen vaste melodie of ritmes, maar wel een creatieve, intense en impactvolle brok muziek.

Downloadbaar via http://www.emusic.com/.

For the English version, click HERE

Thursday, July 5, 2007

Uri Caine Ensemble Plays Mozart (Winter & Winter, 2007) ***(*)

In het middelbaar onderwijs kregen we een demonstratienamiddag met François Glorieux, die elke suggestie van een melodie die een leerling voorstelde op zijn piano speelde op de wijze van Mozart, Beethoven, The Beatles, Jerry Lee Lewis of Thelonious Monk, of het nu ging om Strawberry Fields Forever of om het nationaal volkslied. Knap gedaan, leuke namiddag. Maar dat gevoel van kunstgrepen bekruipt me ook bij het beluisteren van Uri Caine's bewerking van Mozart. Caine is een prima pianist en ook een meester in de arrangementen, dat bewijst hij bij elke nieuwe CD opnieuw. Ook de andere muzikanten hier zijn top of the bill : Chris Speed (cl), Drew Gress (b), Jim Black (d), Nguyen Le (g), Ralph Alessi (tr) en Joyce Hamman (v). Zo te horen hebben enkel Black en Nguyen Le geen klassieke scholing gehad, de anderen trekken meer dan behoorlijk hun streng. De meeste stukken van Mozart die Caine aanbiedt behoren bij de gekendste piano- of operastukken, en hij brengt ze met zijn ensemble telkens deels klassiek, en deels in een totaal andere vorm (chaotisch, free, Turks, ...). Alleen vind ik dat hij er muzikaal niets mee doet. Dit is spielerei zoals François Glorieux, circus maar geen kunst. Maar knap gebracht, ongelooflijk knap. Wat moet ik hiervan denken? En toch geniet ik hiervan bij momenten. De melodietjes van Mozart zijn leuk, zijn ensemble doet er nog leukere dingen mee ook. Maar wat dan nog? Dit is entertainment van het hoogste niveau. Maar geen kunst, maar toch leuk. Wat moet ik hier nu in godsnaam van denken....????

For the English version, click HERE

Wednesday, July 4, 2007

Henry Kaiser - Invite The Spirit & Invite The Spirit 2006 - ***



Henry Kaiser is ook een duivel-doet-al : rock gitarist, jazz gitarist, experimenteel gitarist, maar hier gaat hij de zen-toer op met San Won Park op kayagum, een Koreaanse 12-snarige siter, en met Charles K. Noyes op percussie. Ik ken niets van Aziatische muziek, om eerlijk te zijn moet ik toegeven een afkeer te hebben van Chinese muziek, of van de Japanse muziek die je soms in films ziet. Ik kan dus onmogelijk voor elk nummer oordelen of deze muziek authentiek is, en waar ze werd beïnvloed door het experimentalisme van Kaiser. Ok, je hoort hem natuurlijk elektrische gitaar spelen, vervormd en al, maar of dit experimenteel is weet ik niet, want San Won Park klinkt in mijn oren zelfs nog experimenteler. Wat er ook van zij, deze muziek is mooi, en heeft het effect van Japanse tekeningen : liever enkele rake trekken op een wit blad, als het maar de juiste zijn, dan een gevulde tekening zonder verfijning. Deze muziek is niet meer dan wat getokkel, met heel veel ruimte tussen, met af en toe een aanzet tot melodie, maar nooit echt. Soms is de muziek absoluut bizar, en je moet ook wat wennen aan vreemd gezang af en toe, maar eenmaal je in de sfeer bent, is dit best te genieten. Het eerste album dateert van 1983 (Celluloid), nu is Invite The Spirit 2006 uit bij Tzadik.


For the English version, click HERE

Tuesday, July 3, 2007

Mahavishnu Orchestra - Between Nothingness & Eternity - ****


Als ik de recensies lees over Mahavishnu is dit zogezegd één van de mindere albums, de "zwanezang", "slechte geluidskwaliteit", "niet gesofistikeerd", dat soort onzin. Welaan critici, luister nog eens naar dit album. Sta op uit jullie luie zetel en luister eens echt naar dit album. Dit is muziek met een energie en een kracht waar je in alle andere Mahavishnu CD's vruchteloos zit op te wachten. Alle - ik wik mijn woorden - alle andere Mahavishnu CD's zijn Kitch met grote K, zoals al eerder eens gemeld, maar dit is de real deal. De studio is de dood van McLaughlin, hij kan zich immers niet beheersen en maakt van zijn muziek wansmakelijke gedrochten zoals een huismoeder nog een beeldje, en nog een kleedje en nog een beeldje op de kast in de huiskamer plaatst om toch maar geen open ruimte te laten. Maar zo niet deze live CD. Die is hard, sober en echt. Hier wordt gesolo'd tegen snelheden die je niet kan bevatten, en niet alleen door John McLaughlin, maar door alle muzikanten : Jerry Goodman, Billy Cobham, Jan Hammer, Rick Laird, en het op en top sublieme is dat die snelheid, die waanzinnige razernij van notenneukerij gewoon niet stopt, dit is veertig minuten aan een stuk een sneltrein die door het heelal suist, daverend, denderend, alles en nog wat voorbijvliegend en voorbijschietend. En de muziek? Vergeet de muziek als compositie, daar gaat het niet om. Luister naar die muzikanten, hoe ze energie omzetten in geluid, hard-hitting, snel, sneller, snelst. Ik wilde dat ik er bij was, die avond in Central Park. Gelukkig is dit ooit opgenomen. Vlieg mee!

For the English version, click HERE

Monday, July 2, 2007

Jerry Granelli's V16 - The Sonic Temple (Songlines, 2007) ***


Ik weet niet goed hoe je het genre van Jerry Granelli's V16 kan noemen. Free rock is misschien nog de beste omschrijving. Alleen de bezetting al is niet echt typisch voor jazz : twee elektrische gitaren, elektrische bas en drums. Vader Jerry speelt drums, zoon J. Anthony speelt bas, Christian Kögel en David Tronzo gitaar, en met uitzondering van zoon J.A. is dit dezelfde band als hun V16 Project van enkele jaren geleden, die iets coherenter was dan deze. David Tronzo is waarschijnlijk de meest gekende muzikant op dit album, vanwege zijn samenwerking met Sex Mob, de Lounge Lizards, Slow Poke en Michael Blake. Deze dubbel-CD brengt twee live versies van dezelfde set, opgenomen met een dag verschil. De songs en ook de volgorde ervan is dezelfde op CD1 als op CD2. Interessant voor de geïnteresseerden om de verschillen te zoeken, en na te gaan waar de afspraken stoppen en de improvisatie begint. Dit is geen wereldschokkende muziek, wel rustige creatieve improv die eens een ander geluid brengt in de moderne jazz. "Old Neighborhood" is de mooiste song van het album. Felicitaties voor de 67-jarige Jerry voor zijn doeltreffende maar zelfverloochenende aanwezigheid op het album. Zelfs "It's A Man's World" staat op dit album, in een best te pruimen versie. Maar als geheel misschien toch iets te braaf naar mijn zin.

Het album kan worden gedownload via http://www.emusic.com/.

Luister naar sound samples :

Riddim
Rock Thong
This Is A Man's World
The Ballad Of El Leo Nora


For the English version, click HERE

Spaceways Inc. - Version Sould (Atavistic, 2002) *****

Wie deze CD oplegt en NIET meteen aan het dansen slaat, heeft waarschijnlijk ijskoud bloed door zijn aderen lopen. Spaceways Inc. is één van de vele bands van Ken Vandermark, ditmaal op bariton sax, met Nate McBride op bas en Hamid Drake op drums. Deze CD verenigt de muziek van Sun Ra met die van Funkadelic, en die mix wordt gebracht met laaiend enthousiasme én respect. Hou je van ritmes, leg deze CD op. Hou je van het betere samenspel? Deze CD is je ding. Hou je van improvisatie rond een vast thema? Zoek niet verder. Hou je van muziek met een ziel? Luister dan hier eens naar. Hou je van emotionele uitdrukkingskracht? Hou je van zuivere schoonheid? Hou je van muziek die ruimte laat? Zo zou ik nog kunnen doorgaan. Ik ken weinige stukken muziek waarin ritmisch plezier en samenspel tot een dergelijk hoog niveau zijn verheven. En de kracht ervan, ook van de funk en de reggae die je hier terugvindt, is wat er niet gespeeld wordt. De drumslag die niet wordt gegeven, de fractie van de seconde waar de muziek stopt en dan weer op gang komt. Drake, McBride én Vandermark hebben op deze CD hun echte biotoop gevonden. Al van bij de eerste noten van het eerste nummer "Back Of A Cab", hoor je dat hier speciale dingen te gebeuren staan : de pompende elektrische bas van McBride, het economisch maar zo raak drumspel van Drake, en de diepe zachte tonen van de bariton die plots invalt, niets schreeuwerigs maar de diepste blues uit het instrument halend. En dit lijkt allemaal zo verdomd simpel, maar er zijn er weinigen die de complexiteit van deze muziek aankunnen, alleen hoor je die niet. Je hoort enkel die verdomd goede muziek. Minder is meer, en hoeveel meer. Je hebt het hier allemaal. Rustige nummers ("Reasonable Hour"), vettige funkers ("Size Large"), ingetogen free jazz ("Rothko Sideways"), het hardere free werk ("Force At A Distance"). Minder is meer, en hoeveel meer!


For the English version, click HERE

Sunday, July 1, 2007

Quick reviews


Ras Moshe - Transcendence (KMB Jazz, 2007) ***

Ras Moshe is een New Yorkse free jazz saxofonist. Hij had op Utech al enkele live albums uit van een bedenkelijke kwaliteit. Deze uitgave is een stuk beter opgenomen en doet de muziek ook beter tot zijn recht komen. Met Dave Ross op gitaar, Shayna Dulberger op bas en veteraan Rashid Bakr op drums. Moshe is een krachtig saxofonist, de muziek zelf behoort tot de
post-bop, free-bop. Intense stukken wisselen af met zachtere stukken.

Scott Fields Ensemble - Beckett (Clean Feed, 2007) ***


Nog een ode aan de Ierse absurdist Beckett, met Scott Fields op gitaar, John Hollenbeck op drums, Scott Roller op cello, Matthias Schubert op tenor sax. Een interessante muzikale expressie van Becketts theater, met naast elkaar communicerende instrumenten, veel open ruimte, weinig duidelijke richting, en veel creatieve vernieuwingen. Bij momenten vraagt het veel inspanning om te beluisteren omdat elke nieuwe ontstane lijn vrij snel onderbroken wordt. Soms droevig ("Come and Go"), soms chaotisch ("What Where"), soms grappig ("Rockabye"), is dit album meer dan het beluisteren waard.


For the English version, click HERE